|
1 Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart
mijn geboden in acht nemen,
2 want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze
voor jou vermeerderen.
3 Mogen goedertierenheid en trouw jou
niet verlaten.
Bind ze om je hals, schrijf ze op de tafel van je hart,
4 vind gunst en goed verstand in de ogen van God en mens.
5 Vertrouw op de HEERE met heel je
hart, en steun op je eigen inzicht niet.
6 Ken Hem in al je wegen, dan zal Híj je paden rechtmaken
|
|