Abraham en de verwoesting van Sodom (tweeluik).
Links Genesis 18:16-33.
De Terebinten van Mamre met het tentenkamp van Abraham.
“… maar Abraham bleef nog
staan voor de Here. Abraham trad nader en zeide:
Zult Gij dan de rechtvaardigen met de goddeloze vedelgen?” (Genesis 18
vers 22)
Rechts
Genesis 19:24-29.
Het rechterpaneel laat de verwoesting zien van Sodom en Gomorra.
De zoutpilaar van de vrouw van Lot.
(Deze pilaar staat werkelijk
bij de Dode Zee en wordt ook de ‘Pilaar van de vrouw van Lot’ genoemd.)
In de achtergrond het
plaatsje Zoar, dat omwille van Lot gespaard is gebleven.
En het
regende zwavel en vuur en de steden werden verwoest. |