Opgerichte steen te Bethel
Genesis 28 vers 16-22:
Toen Jakob uit zijn slaap ontwaakte zeide, hij:
Dit is niet anders dan een huis Gods, dit is de poort des hemels
|
Jakob richtte een steen op te Luz.
Nadat hij gedroomd had van de engelen Gods die op en af klommen langs
een ladder.
De Here stond boven aan en deed aan Jokob een belofte. De Here sprak.
"Ik zal deze grond waar gij op licht aan uw nageslacht geven".
Toen Jokob ontwaakte zeide hij. "Dit is niets anders dan een huis Gods, dit is
de poort des hemels.
Jakob noemde de plaats Bethel.
Jakob richtte een steen op en deed een gelofte aan de Here.
Hij goot olie over de steen als offer aan de Here.
Het zichtpunt van de compositie is héél laag. Zodat steen, hand en hemelpoort in één perspectief zijn te vatten.
Je kijkt als het ware van de grond naar omhoog. Naar God in de hemel.
De hemelpoort zien we rechts bovenin het schilderij als een 'gouden poort'.
Een soort van ladder zien we als een zilveren lichtstraal op de
opgerichte steen vallen.
De wolken drijven als treden door de lucht.
De straal valt op de steen, waardoor de geplengde olie oplicht.
|
|
|
|
|